Mijn collega-promovendus kwam lachend mijn kantoor binnen. Gniffelend meldde hij dat een vliegtuigje tegen het World Trade Center in New York was gevlogen. Al was het een klein sportvliegtuigje geweest, ik vond het gek om erover te lachen. Het was misschien een nerveuze lach, uit ongeloof van de absurditeit. De paar uren daarna staan me niet zo scherp voor ogen. Het was 11 september, 2001 en die middag zouden we op de faculteit de opening van het academisch jaar vieren, maar in de aanloop was ik alleen maar bezig met het achterhalen van informatie en beelden van wat er was gebeurd.
Dat voorjaar en zomer liep ik voor mijn proefschrift stage bij de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Verenigde Naties in New York. Het waren vier maanden waarin ik niet alleen veel leerde, maar ook veel plezier had gehad met mede-stagiaires en eindelijk New York City een stuk beter had bekeken. Het was het begin van mijn liefdesaffaire met de stad. Toen ik er was in 1992 en 1995 was de stad in een vreselijk armoedige staat, en stond de stad pas aan het begin van het grote herstel onder leiding van de nieuwe burgemeester Rudy Giuliani – ja, die Rudy Giuliani. Times Square was het gebied om te vermijden tenzij je op een klein budget een hotel moest hebben. Dan neem je zoals ik de tippelaarsters op straat en het natte tapijt in de kamer op de koop toe. In 2001 liep ik rond in een opgebloeid New York. Alsof ik een echte New Yorker was leidde ik onder andere mijn ouders door mijn nieuwe liefde, en zat ik op 5 augustus met mijn broer nog diepe gesprekken te voeren bovenin de North Tower.
De nieuwjaarsborrel werd een sober samenzijn. Het was bijna on-Nederlands hoe snel de ernst van de dag was doorgedrongen. Maar niet lang na de pitch-perfect speech van de decaan snelde ik naar huis, om daar vervolgens enigszins wezenloos op de grond voor de tv naar CNN te staren. De Twin Towers waren inmiddels al gevallen, maar de herhalingen bleven maar komen. Nog voordat ik thuis was, was het toen nog relatief prille Internet vastgelopen en kon ik niemand meer bereiken, ook niet de goede vriend op wiens bank ik twee maanden had gebivakkeerd tijdens mijn stage. Onder de collega’s was er lichte onrust over het lot van een student-assistent die op die ochtend haar eerste stage dag was begonnen op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. Later hoorden we dat zij met zoveel anderen te voet naar huis in Brooklyn moest.
Naast de onmiddellijke gevolgen van de aanslagen niet alleen in New York maar ook in Washington D.C., waren de middellange termijn gevolgen mij vrij duidelijk. Ik herinner me duidelijk dat ik onderweg naar de nieuwjaarsborrel tegen mijn collega mompelde dat dit een fikse oorlog zou worden. Want de Amerikanen zouden bloed willen zien. Daarmee ontstond voor mijn vakgebied – het internationale recht – en het proefschrift dat ik aan het schrijven was een flinke uitdaging. Hoe ging het machtigste land ter wereld een niet-statelijke actor zoals Al-Qaeda succesvol te lijf? Op 12 september deed de Veiligheidsraad – het onderwerp van mijn proefschrift – in ieder geval de deur open voor een gewapend optreden tot grote consternatie in de mondiale juristerij. Een hoofdstuk terrorisme zou worden toegevoegd, maar het internationale recht is er tot op de dag van vandaag nog niet uit. Voor de lange termijn werd duidelijk dat er ook fundamentelere veranderingen aan de horizon lagen.
Tot op de dag van vandaag heb ik moeite met documentaires als ‘Turning Point: 9/11 and the War on Terror’, waar de stemmen van de doden voor eeuwig in doorklinken en de spanning tergend langzaam opgevoerd tot het moment supreme. De impact van de vliegtuigen, de hartverscheurende voicemails aan familie en geliefden, de witte doeken uit de ramen van mensen die geen kant op konden, en natuurlijk de ‘Falling Man’ foto, doen altijd weer flink pijn. Ik woonde tot vorig jaar mei om de hoek van het 9/11 memorial en museum op de plek van de Twin Towers, en het bleef altijd weer een bijzondere beleving om de emotionele bezoekers daar te zien. De aanslag in mijn buurt in oktober 2017 toen we daar net waren was nogmaals een herinnering dat New York een aantrekkelijk doelwit blijft. Het is nog maar de vraag of de recente terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Afghanistan daar iets aan verandert, in goede zin.
En ik vraag me af, voel ik die pijn vanwege de menselijke tragedie, het ongeloof dat zoiets zou kunnen gebeuren, dat het New York en Amerika was? Waarschijnlijk all of the above. Mijn liefde voor de stad wordt er alleen maar sterker door.